De context kan bestaan uit zaken uit het dagelijks leven zoals boodschappen doen, maar ook uit gecijferd gedrag op de werkvloer, of nog breder in de rol van burger in de maatschappij. 

Kennis en vaardigheden bevat de klassieke aspecten van rekenen, met daarnaast de know-how vereisten van de 21e eeuw over spreadsheets en digitale vaardigheden. 

Hogere orde vaardigheden gaan over hoe de kennis en vaardigheden worden toegepast en verbeterd. 

Het houdingsaspect wordt gevormd door de interactie tussen aan de ene kant vaardigheden, waarden, en emoties ten opzichte van gecijferdheid en aan de andere kant de verschillende positieve en negatieve rekenervaringen die individuen in hun leven hebben meegemaakt. Er is hier vaak sprake van een virtuoze danwel vicieuze cyclus, waarbij positieve gecijferdheidsinteracties leiden tot een positievere houding die weer leidt tot meer positieve interacties, of andersom. Met name de schoolervaring is hier vaak leidend in (Dowker et al., 2016; Evans, 2000; Peters et al., 2017).